Annotatie | Het handschrift is waarschijnlijk vervaardigd in de IJsselstreek (Zwolle-Zutphen) en is door dezelfde kopiist geschreven als die van Hs. 171. Bevat behalve Bernardi Claraevallensis Sermones XVII super Psalmum Qui habitat (fol. 1r-50v) ook: ejusdem autoris De duodecim gradibus humilitatis et superbiae (fol. 50v-71r), ejusdem autoris De colloquio Simonis et Jesu (fol. 71r-99v), ejusdem autoris Homiliae super Missus est (fol. 100r-122v). De colloquio Simonis et Jesu in dit handschrift ten onrechte toegeschreven aan Bernardus Claraevallensis. Auteur van De colloquio Simonis et Jesu is Gaufridus Autissiodorensis. Te citeren als: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 160. Also available in online version. Leren band over de originele houten platten, blindgestempeld met ruitpatroon van diagonale dubbellijnen in een rechthoekig kader van dubbellijnen, in de ruiten een stempel met palmetmotief, in de driehoeken aan de randen een stempel met een halve palmet, rest van een klampsluiting, leeswijzers, rug is vernieuwd. [P.A. Tiele], Catalogus codicum manu scriptorum Bibliothecae Universitatis Rheno-Trajectinae. I. Trajecti ad Rhenum / Hagae Comitis 1887. p. 48. Monasticon Windeshemense. Hrsg. von W. Kohl, E. Persoons & A.G. Weiler. 4 Tle. Brussel 1976-1984. (= Archives et Bibliothèques de Belgique, nr. spécial 16). dl. III, p. 488. A. Cordoliani, 'Manuscrits Bernardins des Bibliothèques des anciens monastères d'Utrecht', in: Mélanges Saint Bernard. XXIVe congrès de l'association Bourguignonne des sociétés savantes. Dijon 1954, p. 399-407. p. 400, 403. J.P. Gumbert, Die Utrechter Kartäuser und ihre Bücher im frühen fünfzehnten Jahrhundert. Leiden 1974. p. 352. | Vertaal
|