Titel van de beschrijving | Voorstelling van het sterrenbeeld Centaurus in de Phaenomena van Aratus van Soloi, [1600] | Vertaal
|
Titel | Germanici Aratea Phaenomena Centaurus | Vertaal
|
Materiaalsoort | Map | Vertaal
|
Impressum | [Leiden] : [Christophorus Raphelengius] | Vertaal
|
Jaar | [1600] | Vertaal
|
Techniek | kopergrav. | Vertaal
|
Afmetingen | 16 x 14 cm | Vertaal
|
Opmerking | p. 74-75 | Vertaal
|
Annotatie | Deze plaat toont de Kentaur en de Wolf, twee zuidelijke sterrenbeelden die beschreven werden in de 'Phainomena' van Aratus van Soloi (ca. 315-ca. 240 v. Chr.). In dit gedicht, dat omstreeks 275 voor Christus werd geschreven, beschreef Aratus de klassieke Griekse sterrenbeelden (45 in totaal volgens zijn telling), hun ligging op de hemelsfeer en de weertekens. Tegenoverliggend is de Latijnse vertaling van Germanicus Caesar (verzen 414-425). Verschenen in: Hug. Grotii Batavi Syntagma Arateorum : opus poeticae et astronomiae studiosis utilissimum, quo quae contineantur versa pagella indicabit' (Leiden: ex officina Plantiniana apud Christophorum Raphelengium, 1600), sectie met titel 'Aratea phaenomena Germanico Caesare interprete' (p. 74-75). Utrecht, UB ne | Vertaal
|
Commentaar | Deze plaat toont de Kentaur en de Wolf, twee zuidelijke sterrenbeelden die beschreven werden in de 'Phainomena' van Aratus van Soloi (ca. 315-ca. 240 v.Chr.). In dit gedicht, dat omstreeks 275 voor Christus werd geschreven, beschreef Aratus de klassieke Griekse sterrenbeelden (45 in totaal volgens zijn telling), hun ligging op de hemelsfeer en de weertekens. Tegenoverliggend is de Latijnse vertaling van Germanicus Caesar (verzen 414-425). Het gedicht van Aratus over de weer- en hemelverschijnselen was zeer populair in de late Oudheid en het werd door diverse schrijvers becommentarieerd, vertaald en bewerkt. Volgens de schrijver van de 'Handelingen der Apostelen' was ook de apostel Paulus met het werk van Aratus bekend (Handelingen 17:28). Latijnse vertalingen zijn overgeleverd door Marcus Tullius Cicero (106-43 voor Christus), Germanicus Julius Caesar (15 voor Christus-19 na Christus) en Rufus Festus Avienus (4de eeuw na Christus) en deze werden vaak samen met de oorspronkelijke Griekse tekst uitgegeven. Deze editie - verzorgd door de toen nog zeer jeugdige geleerde Hugo de Groot (1583-1645) - was niet de eerste gedrukte edtie van het werk van Aratus, maar was van groot invloed gedurende de zeventiende eeuw vanwege de Groots erudiete commentaar en de hierin opgenomen kopergravures. De kopergravures bij dit werk werden gesneden door Jacob de Gheyn de Jongere (ca. 1565-1629), die als voorbeeld een uniek handschrift van Hugo de Groot gebruikte. Dit handschrift was eerder in het bezit geweest van de uit Zeeland afkomstige Leuvense humanist Jacob Susius (15??-1592). Het fraai geïllustreerde Karolingische handschrift, dat nu bekend staat als de 'Leidse Aratea', werd omstreeks 816 na Christus in Noord-Frankrijk gekopieerd van een ouder handschrift die de Latijnse vertaling van Germanicus Julius Caesar bevatte. Het handschrift geraakte later in de bibliotheek van koningin Christina van Zweden (1626-1689), die het in 1655 voor gewezen diensten schonk aan de handschriften- en boekenverzamelaar Isaac Vossius (1618-1689). Na zijn dood werd het, samen met vele andere bijzondere boeken uit zijn bibliotheek, verworven door de universiteitsbibliotheek van Leiden waar het nu het signatuur 'Voss. lat. Q. 79' draagt. Het handschrift in Leiden mist nu enkele bladen (waaronder die van het sterrenbeeld Centaurus) en de voorstellingen hierop zijn nu alleen nog bekend dankzij de kopergravures die Jacob de Gheyn hiervan vervaardigde en enkele handschriftkopiën die rond het jaar 1000 van de Leidse Aratea werden gemaakt. | Vertaal
|
Locatie | Universiteitsbibliotheek Utrecht | Vertaal
|
Signatuur | MAG Utenhove qu 174 | Vertaal
|
Volledige metadata als Marc21 XML | Open Marc21 XML in nieuw venster | Vertaal
|