Annotatie | De nieuwe sterrenbeelden van Johannes Hevelius. Verschenen in: Firmamentum Sobiescianum, sive Uranographia, totum coelum stellatum, utpote tam quod libet sidus, quam omnes et singulas stellas, secundum genuinas earam magnitudines, nudo oculo, et olim jam cognitas, et nuper primum detectas, accuratissimisque organis rite observatas, exhibens / Johannes Hevelius. - Gedani : Johannis Zachariae Stollii, 1690 (titelplaat (vóór A2)). Utrecht, UB ne | Vertaal
|
Commentaar | De centrale figuur in deze prent is de muze Urania, die omringd wordt door jongelingen die de planeten voorstellen. Links zijn dit Mercurius en Venus, rechts zijn dit Mars, Jupiter en Saturnus. De rechterhand van Urania wijst naar de zon terwijl de maan in haar linkerhand ligt. Aan weerszijden wordt Urania vergezeld door beroemde sterrenkundigen uit de oudheid en de meer recente periode. Van links naar rechts zijn dit Bernard Walther (1430-1504), Tycho Brahe (1546-1601), Ulugh Beg (1394-1449), Timochares (4/3de eeuw voor Christus), Hipparchus van Nicaea (2de eeuw voor Christus), Claudius Ptolemaeus (2de eeuw na Christus), al-Battani (9de eeuw na Christus), Landgraf Wilhelm van Hessen (1532-1592), Johannes Regiomontanus (1436-1476) en Nicolaus Copernicus (1471-1543). De sterrenkundigen worden aan weerzijden vergezeld door een aantal van de antieke sterrenbeelden; links: de Stier (Taurus), de Tweelingen (Gemini), de Waterman (Aquarius), de Grote Hond (Canis Major) en de Kleine Hond (Canis Minor); rechts: de Grote Beer (Ursa Major), de Zwaan (Cygnus), de Lier (Lyra), de Pijl (Sagitta), de Ram (Aries), de Leeuw (Leo), en de Steenbok (Capricornus). Linksonder is Johannes Hevelius zelf uitgebeeld, die nederig knielend aan de voeten van Urania zijn nieuwe sterrencatalogus aanbiedt waarmee verbeterde hemelglobes en steratlassen vervaardigd kunnen worden. In het voetspoor van Hevelius volgen de nieuwe sterrenbeelden van Hevelius: Cerberus (toegevoegd aan het sterrenbeeld van Hercules), de Jachthonden (Canes Venatici), de Lynx, de Kleine Leeuw (Leo Minor), de Vos met de Gans (Vulpecula cum Anser) en de Hagedis (Lacerta). Van zijn nieuwe sterrenbeelden worden Canes Venatici, Lacerta, Leo Minor, Lynx, Scutum, Sextans en Vulpecula nog steeds gebruikt. In zijn linkerhand introduceert Hevelius tenslotte nog de Astronomische Sextant (Sextans) en in zijn rechterhand het Schild van Sobieski (Scutum Sobiescianum). Met het laatste sterrenbeeld bracht Hevelius een eerbetoon aan de Poolse koning Jan III Sobieski (1629-1696), wiens legermacht in 1683 de stad Wenen - na een twee maanden lange belegering door de Turken - wist te ontzetten. Het stadsgezicht rechtsonder is dat van de Poolse havenplaats Dantzig (nu beter bekend als Gdansk), vanwaar Hevelius, vaak geassisteerd door zijn Hollandse echtgenote Elisabetha Catherina Koopmann (1647-1693), zijn waarnemingen op zijn privé-sterrenwacht verrichtte. Johannes Hevelius overleed, nog voordat zijn sterrencatalogus en -atlas drukklaar was, in 1687 en zijn laatste grote werk in 1690 werd door zijn vrouw uitgegeven. Het oorspronkelijk handschrift van de sterrencatalogus van Johannes Hevelius was tot de Tweede Wereldoorlog nog aanwezig in Gdansk. Daarna werd het enige tijd als verloren beschouwd. In 1971 wist de Brigham Young University Library (Provo, Utah) het echter op een veiling te verwerven. Zie ook de twee andere gedigitaliseerde sterrenkaarten van Hevelius, elders in de collectie 400 Jaar sterrenkijker. | Vertaal
|