Title |
Commentarius rerum quotidianarum, in quo, praeter itinera diversarum regionum, urbium, oppidorumque situs, antiquitates, principes, instituta, mores, multa eorum quae tam inter publicos quam privatos contingere solent, occurrent exempla |
Translate
|
Annotation |
Datering: ca. 1593-1600 met aanvullingen tot ca. 1625. Ook bekend als: Diarium van Arend van Buchell. Dl. 1, fol. 1-52 bevat een beschrijving van Utrecht. Op fol. 53 begint het diarium, lopend van januari 1560 tot en met april 1599 (slot dl. 2), waarin ook reizen van de auteur naar België, Frankrijk, Duitsland en Italië worden beschreven. Voor gedrukte editie van een groot deel van het handschrift zie: Diarium van Arend van Buchell / uitg. door G. Brom en L. A. van Langeraad. - Amsterdam : Müller, 1907. - (Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap. Ser. 3 ; no. 21). Illustrations: ingekleurde pentekeningen. Te citeren als: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 798 (Hs 6 E 15). Halfperkamenten band over kartonnen platten. [P.A. Tiele], Catalogus codicum manu scriptorum Bibliothecae Universitatis Rheno-Trajectinae. I. Trajecti ad Rhenum / Hagae Comitis 1887. p. 205. Brom, G. & L.A. van Langeraad (red.), ‘Arend van Buchel, Diarium.’, Werken van het Historisch Genootschap, 3e serie, nr. 21. Amsterdam 1907. Jong, J.L. de, ‘An art loving dutchman in Florence. Observations on Aernout van Buchell’s appreciation of contemporary works of art in the ‘Pulchra et Florente Hetruriae Urbe’, 1588’, in: A.W.A. Boschloo, E. Grasman & G.J. van der Sman (red.), Aux Quatre Vents. A festschrift for Bert W. Meijer. Florence 2002. p. 263-266. Jong, J.L. de, ‘Iacet in colle… Siena in een beschrijving van Aernout van Buchel (1588)’, Frons 30.3 (2010), p. 41-52. Jong, J.L. de & S. Kemper, ‘Historiam hanc diu quaesitam invenire non potui. Aernout van Buchel bij de Engelenburcht en op het Capitool’, in: M. van Egmond, B. Jaski & H. Mulder (red.), Bijzonder onderzoek. Een ontdekkingsreis door de bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Utrecht 2009. p. 48-55. Jong, J.L. de, en S. Kemper, ‘Aernout van Buchel in Napels’, Incontri 27.1 (2012), p. 3-20. Keussen, H. (vert.), ‘Die drei Reisen des Utrechters Arnoldus Buchelius nach Deutschland, insbesondere sein Kölner Aufenthalt’, Annalen des historischen Vereins für den Niederrhein 84 (1907) 1-102; 85 (1908). p. 43-90. Lanciani, R. (red.), A. Buchellius, Iter Italicum. Rome 1901. Langereis, S., Geschiedenis als ambacht. Oudheidkunde in de Gouden Eeuw: Arnoldus Buchelius en Petrus Scriverius. Hilversum, 2001. Muller Fz, S., ‘Arnoldus Buchelius, Traciecti Batavorum descriptio’, Bijdragen en mededelingen van het Historisch Genootschap 27 (1906). p. 131-268. Pollmann, J., Een andere weg naar God. De reformatie van Arnoldus Buchelius (1565-1641). Amsterdam 2000. Vidier, A., ‘Description de Paris par Arnold van Buchel (1585-1586). Avec une notice biographique par L.A. van Langeraad. L’iter Parisienne de N. Chytrée’, Mémoires de la Société de l’Histôire de Paris et de l’Île-de-France 26 (1899), p. 59-195. Ook apart uitgegeven: Parijs 1900. Warenghien, M. le baron de, ‘Un Hollandais à l’Université de Douai. Journal d'Arnold van Buchell du 11 mars au 28 juin 1585’, Mémoires de la Société d'agriculture, sciences et arts. Centrale du Départ. du Nord séant à Douai, 3. série, 8 (1904). p. 403-472. |
Translate
|