Annotation | Illustrations: Met goudinkt gecalligrafeerde initialen; van enkele liederen is de eerste regel met goudinkt geschreven. Lang is gedacht dat dit handschrift zich in het Gemeente-archief van Dordrecht zou moeten bevinden. Ook de bibliothecaris van de Rijksuniversiteitsbibliotheek te Utrecht verkeerde in die veronderstelling toen hij het hs. in 1941 naar Dordrecht zond. De archivaris van Dordrecht stuurde het echter terug met de mededeling dat het wel in de bibliotheek van Dordrecht was geweest, maar was verkocht. Utrecht zou dus de rechtmatige eigenaar moeten zijn. Zie los bijgevoegde brief van J. J. Beyerman, archivaris der gemeente Dordrecht aan de bibliothecaris van de Rijksuniversiteitsbibliotheek te Utrecht, d.d. 25 maart 1941. Te citeren als: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 10 B 13. Moderne (1981) kalfleren band met marmerpapier over kartonnen platten. Van de oorspronkelijke band is een gedeelte van de rug bewaard gebleven. Restauratierapport aanwezig. C.G.N. de Vooys, 'Een liedje voorgedragen op het Rotterdams landjuweel van 1561,' in: Jaarboek De Fonteine (1948-1949), p. 41-44. p. 41-44. | Translate |