Nieuw is de staatkundige kaart van de Balkan. Bosnië is daarop ten onrechte helemaal als Oostenrijks gebied ingekleurd, het bleef een Oostenrijks protectoraat; pas in 1908 zou het formeel door Oostenrijk worden geannexeerd. De regio Novi Pasar bleef ook tot 1908 deel van het Oostenrijkse protectoraat. Oost-Roemelië was de facto een deel van Bulgarije, beide gebieden waren nog schatplichtig aan de Turkse Sultan.
Op de etnografische kaart komen een aantal niet-verklaarde namen voor: de Szekler vormen een Hongaarse subgroep, Morlaken zijn een van oorsprong Romaanse bevolkingsgroep die recentelijk op een Slavische taal is overgegaan. De Juruken in Anatolië vormen een Turkse groep vergelijkbaar met de Serven in het huidige Kroatië, die oorspronkelijk militaire diensten moesten verlenen in ruil voor belastingvrijstelling en landbouwgrond.
De plattegrond van Constantinopel (Istanbul) is een kartografisch juweeltje; jammer dat er zo weinig aan teksten aan de herkenbare symbolen is toegevoegd, zoals bijvoorbeeld de Galata Toren, het Dolmabahce paleis, het Tophane arsenaal, de gezantenwijk tussen Pera en Galata, de stations, hippodroom en de moskeeën van de sultans Soleiman, Ahmed, Selim en Mohammed II. Met Yildis kiosk (nummer 5) worden de tuinen van de Sultan aangegeven; de haven van Haidar Pasja (nummer 6) was in 1904 pas door Nederlandse ingenieurs ontworpen en aangelegd.