'
Editie: 1918, pagina 48
Provinciekaarten: Den Haag is naar het noordoosten uitgebreid, Rotterdam in Delfshaven en Feijenoord, en Utrecht op Kanaleneiland. Amersfoort heeft een trambaan naar Zeist gekregen.

In de provincie Groningen wordt het Ruiten-A-kanaal aangelegd, om de wateroverlast ontstaan door de ontginning der veenkoloniƫn tegen te gaan.

Op de provinciekaarten zijn de bebouwde kommen van Nijmegen en Arnhem uitgebreid, het bebouwde oppervlak van Arnhem is zelfs meer dan verdubbeld sedert de vorige editie. Ook de bebouwde kommen van Deventer en Apeldoorn zijn behoorlijk uitgebreid. In Noord-Brabant zijn Breda en Tilburg ook qua oppervlak verdubbeld.

In Rotterdam zijn Kralingen, Charlois, Katendrecht en Delfshaven geheel in de bebouwde agglomeratie opgenomen. Bij Maastricht is het bebouwde deel aan de rechter Maasoever nu bijna even groot als het deel aan de linkeroever. Er is een trambaan van Maastricht naar Aken aangelegd. Bij Geleen zijn twee nieuwe mijnschachten aangegeven. Tussen Roermond en Sittard is een tweede spoorlijn aangelegd, dichter bij de Maas.

Er staan twee nieuwe symbolen in de legenda: er is een streepjeslijn voor stoombootdiensten en een tweezijdig gekartelde lijn voor spoorweglijnen voor kolenvervoer, maar die laatste is praktisch niet te onderscheiden van tramlijnen. De vanaf de vijftiende druk gebruikelijke stippellijn voor veerboten blijft nog gehandhaafd: op kaart 15 zien we een veerdienst (gestippeld) van de oude veerhaven van Numansdorp naar Ooltgensplaat, en een stoomveerdienst (gestreept) van de nieuwe veerhaven van Numansdorp (meer westelijk gelegen) naar Willemstad, Zijpe en Oude Tonge. Er zijn verder stoomveerdiensten aangegeven tussen Vlissingen en Breskens, Vlissingen en Terneuzen, Terneuzen en Hoedekenskerke, Hansweert en Walsoorden, Oude Tonge en Wemeldinge, Veere en Zierikzee. Op de Waddenzee staan nog geen veerdiensten aangegeven. Waar het speciale symbool voor spoortrein voor kolentransport voorkomt is niet ontdekt.