'
Editie: 1887, pagina 96
In plaats van het kleine bijkaartje Europese bezittingen in Afrika staat er nu een volwassen staatkundige kaart van Afrika in dezelfde stijl – dus met reliëfschrapjes – als voor Europa, met gekleurde grensbiezen. In de Egyptische Soedan staat nu ook ‘Rijk van de Mahdi’ aangegeven om de onzekere staatkundige toestand te benadrukken. Tadzjoerra (Tadjurah) werd na Obok de belangrijkste plaats van Frans Somaliland., ook zijn meer plaatsen langs de kust Brits, opmaat naar de vestiging van een Brits protectoraat.

Het vrijhandelsgebied in Midden-Afrika, een van de resultaten van het Berlijnse congres, is opvallend blauw aangegeven. De Kongo-staat is in de legenda niet bij de overige koloniale machten gevoegd, het is persoonlijk bezit van koning Leopold II. Daarnaast wordt er verschil gemaakt tussen een aantal inheemse rijken op grond van hun afkomst: Hamitische -, Neger - en Hottentotse volkeren. Als ‘inheemse’ staten zijn aangegeven Marokko, Liberia, Abessinië, Madagascar, Transvaal en Oranje-Vrijstaat. De Duitse aanwezigheid is nu ook in Kameroen af te lezen, waar we de plaats Biafra vinden, die we met Nigeria associëren. Witoe aan de Zanzibarkust was van 1885 tot 1890 ook een Duits protectoraat. Het is voor het eerst dat we op de kaart van Afrika in deze atlas de namen Roeanda (Rwanda), Oeroendi (Burundi) en Ouganda (Uganda) tegenkomen. Zoeloeland, dat nu nog alleen bij de St. Luciabaai de Britse kleur heeft, werd in 1887 tot Britse bezitting verklaard. In Mozambique is ook de havenplaats Inhambane opgenomen: in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (TAG) van 1887 had daar een artikel en kaartje over gestaan. Oemzila’s Rijk, in Mozambique was in 1887 al achterhaald, deze vorst van de Ngoeni’s stierf in 1884. De eilanden van de Comoren zijn voor het eerst individueel benoemd: van west naar oost: Comoro (Njazidja), Mohilla (Mwali), Johanna (Nzwani of Anjouan) en Mayotta (Mayotte). De naam Johanna is een Nederlandse verbastering van Anjouan; in het TAG van 1877 had een kartografische beschrijving van het eiland gestaan. De legenda belooft spoorwegen en kanalen, maar die staan niet op de kaart.

Wat Bos bewogen heeft om zo’n gedetailleerde kaart van de Nijldelta op te nemen is niet duidelijk: de klassieke namen van de mondingen, de forten, de oude ruïnes (Pyramiden, Pelusium, Serapeum, Magdolum, Memphis, Tanis, alle in afwijkend schrift), het Meer van de Pelgrims (Birket al Hadsj) en het Paleis van de Khedive – het is wel een interessante combinatie van gegevens.