'
Editie: 1899, pagina 1
In de veertiende editie van de Bosatlas uit 1899 blijft redacteur Bos experimenteren met de hoogte- en dieptetinten. Zo draait hij de volgorde van de dieptekleuren om, om een beter contrast tussen land en zee te verkrijgen. Dat werkt inderdaad goed (zie afbeelding). De atlas munt uit door warme vriendelijke kleuren voor de hoogtezones. Daarnaast zitten we nu zo’n beetje op het toppunt van het kolonialisme, en dat wordt gevisualiseerd op een nieuwe uitslaande wereldkaart van de koloniën. De Mahdi is verslagen, en na het oplossen van het daarop volgende Fashoda-incident tussen Groot-Brittannië en Frankrijk is heel Afrika praktisch opgedeeld. De spoorwegaanleg heeft de speciale aandacht van Bos in deze editie.

Inhoud van de veertiende editie volgens de index
I             Halfronden, Zuidpoolgebied, Noordpoolgebied, Klimaatprovinciën
II            Koloniën en wereldverkeer (uitslaand)
              - Menschenrassen op aarde , zeestromingen
              - Dichtheid van de bevolking op aarde
III           Isothermen januari
              - Isothermen juli
              - Isothermen voor het jaar
              - Isoamplituden
              - Isobaren en windrichtingen januari
              - Isobaren en windrichtingen juli
IV           Europa natuurkundig 1:15 miljoen
V            Europa Staatkundig 1:15 miljoen met Steden der Noordduitse vlakte
VI           Kustvormen van Europa 1:1,5 miljoen
VII          Europa Volksstammen 1:15 miljoen
              - Europa Dichtheid van bevolking
VIII         Nederland Grondsoorten 1:800.000
IX           Duinstreek, Exloo, Haarlemmermeer, Neder-Rijn heel blad
X            Zuidplaspolder 1:50.000
              - Nederland hoogtekaart 1:1,15 miljoen
XI           Nederland Overzicht en verkeerswegen 1:800.000
XII          Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht 1:400.000
XIII         Groningen, Friesland, Drenthe, Overijsel 1:400.000
XIV         Gelderland en Noord-Brabant 1:400.000
XV          Zeeland en Limburg 1:400.000
XVI         Alpenkaart 1:3 miljoen, schetskaart der Alpen, Geologische kaart van de Alpen
XVII        Duitsland natuurkundig 1:3,15 miljoen en geologische kaart Zuid-Duitsland
XVIII       Duitsland staatkundig 1:3,15 miljoen en Thüringen
XIX         Zwitserland 1:1 miljoen
              - België 1:1 miljoen
XX          Frankrijk 1:3 miljoen
XXI         Oostenrijk-Hongarije 1:3,7 miljoen
XXII        Rusland 1:10 miljoen
XXIII       Scandinavië 1:5 miljoen
              - Denemarken 1:3 miljoen
XXIV      Groot-Brittannië en Ierland 1:3,1 miljoen
XXV       Spanje en Portugal 1:3,2 miljoen
XXVI      Italië 1:3 miljoen
XXVII     Staten van het Balkan Schiereiland 1:3,7 miljoen
XXVIII    Azië natuurkundig 1:30 miljoen; Klein-Azië 1:12,5 miljoen, Palestina 1:2,5 miljoen
XXIX      Azië staatkundig 1:30 miljoen; Bevolkingsdichtheid
XXX       China landbouw, mijnbouw, spoorwegen, India Isobaren juli, Palembang
XXXI      China, Voor- en Achter-Indië 1:20 miljoen
             - Oost-Indische Archipel lijnen KPM 1:20 miljoen, Japan 1:15 miljoen
XXXII     Nederlandsch Oost-Indië 1:12,5 miljoen; Molukken 1:5 miljoen, Kleine Soenda-eilanden 1:5 miljoen(?)
XXXIII    Java geologisch,natuurkundig en staatkundig; straat Soenda
XXXIV    Sumatra, Borneo, Celebes 1:6 miljoen, Padangse Beneden- en Bovenlanden 1:2,5 miljoen
XXXV     Afrika natuurkundig 1:25 miljoen en Nijldelta 1:2,5 miljoen
XXXVI    Afrika staatkundig 1:25 miljoen met Algerije en Tunesië 1:10 miljoen
XXXVII   Verkeerswegen in Afrika, Nijldal beneden Sioet, Zuid-Afrika 1:10 miljoen
XXXVIII  Noord-Amerika natuurkundig 1:25 miljoen met Mississippi delta
XXXIX    Noord-Amerika staatkundig 1:25 miljoen met Noordoosten van de Verenigde Staten 1:8 miljoen
XL         New York, verkeerswegen Noord-Amerika, groei Chicago, Kust N. van Portland, Belangrijkste landbouwproducten, Kust N. Carolina
XLI        Verenigde Staten en Mexico 1:12 miljoen
XLII       Zuid-Amerika 1:25 miljoen met Curaçao 1:1 miljoen en landbouwkaartje Zuid-Amerika
XLIII      Suriname 1:3 miljoen, Guyana 1:12 miljoen, Midden-Amerika en West-Indië 1:12 miljoen
XLIV      Australië 1:30 miljoen met Zuidoost-Australië 1:12,5 miljoen, en 4 riffenkaarten

In totaal 42,5 spreads.

Bijlage: voorbericht bij de veertiende druk
‘Bericht voor den veertienden druk.
De veranderingen, die deze veertiende uitgave heeft ondergaan, zijn niet gering. Ik hoop, dat ze als verbeteringen zullen worden beschouwd. Aan de klacht, dat, vooral bij lamplicht de grens tussschen land en zee niet altijd duidelijk in het oog sprong, heb ik trachten te gemoet te komen door de volgorde der tinten voor de diepte der zee om te keeren. Men zal bemerken, dat ook bij lamplicht de tinten voor het laagland en de vlakzee langs de kust nu zich duidelijk van elkander onderscheiden. Daarbij zijn de kleuren voor de hoogte en voor de bergteekening warmer genomen dan vroeger het geval was, waardoor het dubbele voordeel is bereikt, dat het zwart van de rivieren en de namen duidelijker uitkomt en de kaarten een meer vriendelijk en levendig voorkomen hebben verkregen.

Van de verdere verbeteringen zij hier slechts het volgende vermeld. Nieuw gegraveerd voor deze uitgave werd het tweede blad, waarvoor, om de koloniën der Europesche landen in andere werelddelen voldoende duidelijk te kunnen doen uitkomen, een uitslaand blad werd genomen. Ik heb gemeend thans ook de Verenigde Staten van Amerika onder de koloniale mogendheden te moeten doen rangschikken. Verder zijn geheel nieuw de beide bladen voor Europa, de Alpenkaart, de kaarten van Zwitserland en België en de Oostindische Archipel, terwijl een nieuw carton voor de Nooroostelijke Staten der V.S. werd bijgevoegd en het blad Vereenigde Staten tot een voor de Vereenigde Staten en Mejico werd gemaakt. Aan het getal bladen werd verder toegevoegd een geheel nieuw blad voor Suriname, de Guyana’s, Middel-Amerika en West-Indië, waardoor ik heb getracht een verzuim tegenover onze kolonie Suriname en hare omgeving eenigermate te herstellen. Alle andere kaarten werden, sommige zelfs zeer aanzienlijk, gewijzigd. In het bijzonder geldt dit ook van de belangrijkste spoorwegen in de V.St. en op andere bladen. Dat op sommige bladen Cuba, Portorico en de Philippijnen nog als aan Spanje behoorende staan geteekend, is daaraan toe te schrijven, dat een werk als dit nu eenmaal niet in enkele weken of zelfs maanden gereed gemaakt kan worden. Zoo kon ook b.v. nog slechts op het blad “Koloniën en Wereldverkeer” gebruik worden gemaakt, wat Afrika betreft, van het Fransch-Engelsche verdrag van 21 Maart 1899 [=Fashoda-incident].

Het is mij eene aangename taak hier mijn hartelijken dank te betuigen aan hen, die mij hoogst welwillend hunnen opmerkingen deden geworden en hunne hulp verleenden. In het bijzonder gevoel ik mij in dit opzicht verplicht aan de Heeren Dr. H.D.Benjamins, Inspecteur van het onderwijs in Suriname, tijdelijk in Den Haag, en F.H. Delachaux, leeraar aan de Hoogereburgerschool te Alkmaar. De eerste was mij met de meeste bereidwilligheid behulpzaam in het verkrijgen van gegevens voor de kaart van Suriname, ter aanvulling van de bekende kaart van den heer W.L. Loth. Door zijne hulpvaardigheid heeft het mij o.m. mogen gelukken voor het eerst gebruik te kunnen maken van eene toen nog onuitgegeven kaart van een gedeelte der Boven-Nickerie, vervaardigd door den heer C. van Drimmelen en berustende bij het Departement van Koloniën. De tweede had de welwillendheid mij zeer juiste en bruikbare opmerkingen mede te deelen omtrent verschillende kaarten in dezen atlas. Van de hulp en de opmerkingen van genoemde Heeren en van anderen is dankbaar gebruik gemaakt. Dit laatste geldt o.a. ook van de welwillend verstrekte opgaven der Firma De Vries & Co., Agenten van de Stoomvaartmaatschappij “Nederland” op Nederlandsch-Indië, de “Union Steamship Compamy” op Zuid-Afrika en verschillende andere groote lijnen, te Amsterdam. Eindelijk mag ik hier niet onvermeld laten de voortdurende hulp en de krachtige medewerking van de firma’s J.B. Wolters en Van de Weyer, uitgever en lithograaf-drukker.

Bij voortduring wordt deze schoolatlas in de belangstellende aandacht van Leeraren en Onderwijzers aanbevolen, niet het minst in dien zin, dat de auteur beleefd verzoekt hem hunne op- en aanmerkingen tijdig te doen geworden.

Mei 1899, P.R.Bos’.