'
Editie: 1902, pagina 99
In plaats van de thematische kaarten van Azië is er nu een uitslaande kaart van Zuid-Azië, waarop de Grote Arabische Woestijn weer een zandwoestijn is. Let op de uitgebreide weergave van de vegetatie, die gedifferentieerd is in zandwoestijn, woestijnsteppe en steppe. Daarnaast zijn, behalve de spoorwegen, ook karavaan- en andere handelswegen op de kaart gezet. Ook op deze kaart is de bevaarbaarheid van rivieren met ankertjes aangegeven. Behalve de Gaurisangkar staat op deze kaart nu ook weer de Mount Everest vermeld, die na de negende druk uit de atlas verdween. Het hoogtecijfer 8.848 dat bij de Mount Everest hoort, staat echter bij de Gaurisangkar. De namen van twee van de grootste provincies waarin de Britten hun India verdeeld hebben zijn nu ook opgenomen: Bombay en Madras.

Aan de rand van de Syrische woestijn is Tadmor (Palmyra) aangegeven, een belangrijk karavaan- en handelscentrum uit de Romeinse tijd. Het vergrote Ethiopië is erop te zien, de Trans-Kaspische spoorweg heeft ook een vertakking gekregen naar Andisjan, en in China zijn de door de Russen, Duitsers, Britten en Fransen gepachte gebieden aangegeven. Duitsland eiste en kreeg in 1897 de baai van Jiaozhou, ofwel Kiau-tsjou aan de zuidzijde van het Sjantoeng-schiereiland met de stad Tsingtao – daar komt nu nog het Chinese Tsingtao bier vandaan. Onmiddellijk daarna maakte Rusland zich meester van Port Arthur op de punt van het Liaotoeng schiereiland. Frankrijk nam daarop de baai van Kwang-Tsjou in, ten zuiden van Kanton, en Groot-Brittannië de haven Weihaiwei aan de noordkust van het schiereiland Sjantoeng, en tegelijkertijd het schiereiland Kowloon bij Hongkong. Officieel waren het allemaal pachtgebieden. Als gevolg van de Boxer-opstand (1899-1901) werd Mantsjoerije door Russische troepen bezet. Alle koloniale machten sleepten concessies binnen voor de aanleg van spoorwegen en de ontginning van kolenvelden. In Zuid-China zien we de nieuwe spoorlijn van Bac-ninh en Tonkin naar Loeng-tsjeoe (Paoning). In Korea is het aantal verdragshavens vermeerderd tot zeven. Het Japanse spoorwegnet is verder uitgebreid. De hoofdplaatsen van de Russische provincies en gouvernementen in Siberië zijn onderstreept. In het zuiden van China kan men een aantal witte plekken zien, bij Kwei-jang en Kwei-ling en ten westen van Soe-tsjeoe: dat zijn de woongebieden van Chinese minderheden zoals de Miao en de Yi of Lolo met een onafhankelijke status.
Op deze kaart staat ook een nieuwe bijkaart van Japan op de schaal 1:10 miljoen. Op deze kaart is ten westen van Nagoya de rivier Kizo (Kiso) te zien, die in de Owari-baai uitstroomt. De Nederlandse waterbouwkundige Johannis de Rijke heeft daar rond 1880 werken aangelegd om in de benedenloop overstromingen te voorkomen. Voor de kust van Tokio liggen de Zeven Eilanden, die ook al op oude Nederlandse zeekaarten uit de 18de eeuw staan.