'
Editie: 1924, pagina 41
De aloude kaart van de Nederrijn boven Driel is naar dit blad verplaatst, terwijl de uitsnede van de kaart zelf een paar kilometer westwaarts is opgeschoven. De drijvende badinrichting ten westen van het Drielse veer is verdwenen; zou de rivier door de daar nieuw aangelegde Heveafabriek te vies geworden zijn? Tot en met de 21ste druk stond er, als voorbeeld van een polder, een kaart van de Zuidplaspolder in de atlas; het onderwijs heeft blijkbaar weer om zo’n kaart gevraagd, en nu wordt de Schermeer als voorbeeld gekozen. In die kaart staat de hoogte van het zomerpeil aangegeven, de richting van de afwatering, de molens en gemalen die daarvoor nodig zijn, evenals een doorsnede waaruit blijkt dat het grootste deel van de polder vier meter beneden Normaal Amsterdams Peil ligt.

Er is ook een nieuwe kaart van het steenkoolwinningsgebied in Zuid-Limburg. Er blijkt dat alle mijnschachten door spoorweglijnen verbonden zijn, en dat ten noorden van Heerlen en bij Geleen ook bruinkoolvelden liggen.