Logo Universiteit Utrecht
Titel van de beschrijvingPamflet over de totale zonsverduistering van 12 augustus 1654Vertaal
TitelVan den grooten eclips der sonnen, anno 1654. den 12. augusti Vertaal
AuteurSchabaelje, Jan Philipsz,Vertaal
MateriaalsoortBookVertaal
Gebied Europa (geografie)Vertaal
ImpressumTot Amsterdam : [Jan Philipsz. Schabaelje]Vertaal
Jaar[1654]Vertaal
Techniekkoperdiepdruk. Vertaal
Afmetingen21 x 31 cm. Vertaal
OpmerkingMuller 2103-2104; niet in Knuttel, die wel andere pamfletten over deze zonsverduistering opgeeft (nrs. 7481-7482).Vertaal
AnnotatieImprint: Tot Amsterdam, in de Lange-straet, in 't Harlinger Steen-schip. Muller 2103-2104 Knuttel niet Vertaal
CommentaarVan de diverse zonsverduisteringen die in de 17de eeuw in Europa zichtbaar waren heeft de verduistering van 12 augustus 1654 het meest de gemoederen beroerd. Vooral het gegeven dat de verduisterde zon in het vurige teken van de Leeuw (Leo) zou staan met de malefieke planeten Mars en Saturnus in zijn nabijheid leidde tot het verschijnen van diverse onheilspellende astrologische geschriften. De tekst aan de linkerzijde van het hier afgebeelde pamflet legt uit dat een zonsverduistering alleen kan optreden als de maan, tijdens haar samenstand (conjunctie) met de zon, in de buurt van haar knopenlijn staat. Deze lijn, vroeger aangeduid als de verbindingslijn tussen het 'Drakenhooft' en de 'Drakenstaert', is de snijlijn van het vlak waar de maan in loopt met het vlak waarin de zon schijnt te lopen. Volgens de berekening van de onbekende auteur zal de zonsverduistering tegen half 9 beginnen, zijn grootste bedekking om 10:08 bereiken (het opgegeven tijdstip geldt eigenlijk voor de conjunctie, de grootste bedekking is ongeveer een kwartier eerder) en om 11:17 eindigen. Tijdens de grootste verduistering zal vanuit Holland (Amsterdam?) slechts 1/10de deel van de zonnediameter onbedekt blijven. De tekst aan de rechterzijde geeft een overzicht van toekomstige zonsverduisteringen, te verwachten op 26 januari 1656, 23 september 1661 (deze was echter onzichtbaar vanuit Amsterdam) en 2 juli 1666. Volgens de sterrenkundige tafels ('efemeriden') van de Italiaanse astroloog Andrea Argoli (1570-1657) was ook een grote zonsverduistering te verwachten op 12 juli 1684. De vermelde poolshoogte (52° 30') komt overeen met die welke in de 17de eeuw meestal voor Amsterdam werd opgegeven. De tekst is waarschijnlijk ontleend aan één van de vele almanakken, die in die tijd in de Nederlanden werden gedrukt. Onder deze werden de almanakken van de landmeter, cartograaf, onderwijzer in de zeevaartkunde en sterrenkundige Dirck Rembrandtsz. van Nierop (1610-1682) door hun nauwkeurigheid veel geprezen. Dit is waarschijnlijk de verklaring voor de zakelijke, bijna moderne, beschrijving van het aanstaande natuurfenomeen. In andere pamfletten, die rond dezelfde tijd werden gedrukt, werden de lezers vaak nog angst en bijgeloof opgezadeld. Zo waarschuwde één van deze pamfletten, een uit het Duits vertaalde geschrift opgesteld door de raad van geneesheren van de Beierse stad Munningen, ondermeer: 'In deesen grooten Eclipsis sal men bevinden dat de Lucht uytermaten vyerigh zyn sal, en groote vergiftigheyt sal veroorsaken, waeruyt sal volgen alderhande swaerigheydt, soo aen Menschen als aen Beesten op den Velden. Een yeder wordt vriendelyck ghewaerschout dese Behulp-middelen by der handt te nemen, en sich hier naer te reguleren. Ten eersten, dat men sich 2 dagen van te vooren, sal matigh houden met eten ende drincken. Ten tweeden, dat men sich ten selven tyd de Pillen Emanueli ghebruycken, of by gebreek van dien Venetie Driakel met Sop van Lamoenen in te nemen. Ten derden sal men desen dagh met Godsaliige Wercken over brengen, als bidden, en soo lange als dese Eclipsis duurt sich wachten dat men niet in de lucht en komt, en de Beesten op den Velden in te halen, en dat men lette op de vensters en deure, of iets dat locht tot sich treckt, en soo de vuerige Lucht uyt de Huysen te houden, en dat men maekt op die dagh alles in huyse te hebben, opdat men soo weynigh uyt komt als ’t mogelyck is, en dat men sich wacht geen water op dien dagh in huys te brengen, of ander groen te gebruycken; alsoo alles op dien dagh vergiftigh sal zyn. Ten vierden, sal men op dien dagh niet eten als smorgens vroeg wat ontbyten, en wachten sich van eten en drincken tot savonts toe, op dat men sich niet ontstelt door ’t selve. Ten vyfden, sal men sich wachten om allerley Ooft te plucken en te eten of in huys te brenghen, en verhoeden sich voor de vyerighe sieckte, die ’t selve kan veroorsaecken. Noch dat men op dien dagh en ’s anderen daeghs daer aen matigh moeten houden van eten en drincken; de Menschen het Vee op te halen, en settense in Huys als op Stal, en latense niet van ’t vyerigh water en onghesonde groente eten.' Zie ook een ander pamflet met betrekking tot de zonsverduistering van 1654, elders in de collectie gedigitaliseerde astronomische kaarten.Vertaal
LocatieUniversiteitsbibliotheek UtrechtVertaal
SignatuurKaart *Sonnenborgh* 13 R 17Vertaal
Volledige metadata als Marc21 XMLOpen Marc21 XML in nieuw vensterVertaal