Annotation |
Bevat behalve Commentarius in Matthaeum (fol. 1r-133r) ook: Sermo quo probatur "neminem posse laedi ab alio nisi a semetipso" (fol. 134r-140v). Door verschillende kopiisten geschreven. Bovenaan fol. 1r in een latere hand toegevoegd: Chrijsostomi opus imperfectum in Matthaeum (vgl. fol. 133r: Hic quasi dimidium capitulum et tria ultima capitula deficiunt Et propterea opus vocatur imperfectum). Het Opus imperfectum ... ten onrechte toegeschreven aan Johannes Chrysostomus (zie: CC. Ser.Lat. LXXXVIIB). Auteur van de Sermo quo probatur ... is Johannes Chrysostomus; dit werk wordt algemeen geciteerd o.d.t.: Quod nemo laeditur nisi a semet ipso. Te citeren als: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 113 (Hs 4 D 1). Leren band over houten platten, deels beschilderd met "Utrechtse verf", resten van twee koperen klampsluitingen. [P.A. Tiele], Catalogus codicum manu scriptorum Bibliothecae Universitatis Rheno-Trajectinae. I. Trajecti ad Rhenum / Hagae Comitis 1887. p. 32. J.H.A. van Banning, 'Tekstverspreiding bij de Moderne Devoten toegelicht aan de hand van het ""Opus imperfectum im Matthaeum"" van Pseudo-Chrysostomos', in: Ons geestelijk erf 59 (1985), p. 271-286. Opus imperfectum in Matthaeum, [I]: Praefatio. Cura et studio J. van Banning. Turnholti 1988. (= Corpus christianorum, series Latina, LXXXVIIB). p. lxi, ccxxiv-ccxxv, ccxcii-ccxciii. |
Translate
|