In plaats van een in tweeën geknipt Java is er nu een grote uitklappende kaart van dat eiland op dezelfde schaal. De grenzen van de nieuwe provincie West-Java zijn daarop aangeduid, het is onderverdeeld in negen residenties: Banten, Batavia, Buitenzorg, Krawang, West-, Midden- en Oost-Preanger, Indramajoe en Cheribon. De stoomtramlijn van Cheribon naar Semarang is tot spoorlijn uitgebouwd. Er zullen echter pas vanaf 1929 expresdiensten van Batavia naar Soerabaja over rijden. De volgende bijkaartjes werden er aan toegevoegd: een gekleurde geologische kaart van Java, een voor de dichtheid van bevolking annex talenkaart, en een landbouwproductenkaart, terwijl de stedenkaarten werden vernieuwd en ook op dit blad werden opgenomen. Van de tiende tot en met de veertiende druk stond er ook een landbouwkaartje van Java in de atlas, van de tiende tot en met de dertiende editie ook al een talenkaart.
Op Java worden de volgende traditionele koloniale spellingen hersteld bij het Regeringsbesluit van 1925: Cheribon, Bantam, Poerworedjo, Wonosobo, Soemenep, Probolinggo, Sidoardjo, Grissee, Bondowoso, Sitoebondo, Modjokerto, Ponorogo, Bodjonegoro en Kertosono.
Op de stadsplattegronden is de sawah-signatuur veranderd waardoor de kaarten een rustiger aanblik krijgen. Ze zijn verder ook bijgewerkt: in Batavia is in Weltevreden een nieuwe kazerne westelijk van het Koningsplein gekomen, het reeds als bebouwd aangegeven nieuwe deel Gondangdia is toch nog niet gereed, een deel van het zuidelijk ervan gelegen Menteng wél. De wijken Salemba en Kramat zijn verder verstedelijkt. De spoorlijn tussen Tanah Abang en Salemba heeft een meer zuidelijk gelegen parallelbaan gekregen (al in 1918 aangelegd). Ten oosten van de stad is het vliegterrein Antjol aangegeven. Later zal dit het vliegveld Kemajoran worden. Bij de haven Tandjong Priok is de geplande inheemse bebouwing Pedjong Koran op kleinere schaal gerealiseerd, er is ook een Uniekampong bij gebouwd, en in plaats van de vroegere badplaats Petit Trouville die tot en met de 25ste druk op deze kaart stond is nu de Badplaats Zandvoort opgenomen. Het nieuwe station
Tandjong Priok staat nu op de kaart evenals het gebouw van Radio Holland dat de draadloze telegrafieverbindingen moet onderhouden.
Nieuw is de plattegrond van Semarang. Het is het hoofdkwartier van de Nederlands-Indische Spoorweg Maatschappij (NISM), de concurrent van de Staatsspoorwegen. Het station Pontjol was van de Semarang-Cheribon Stoomtrammaatschappij, het Centraal Station van de Semarang-Joana Stoomtrammaatschappij. De spoorweg van de NISM naar de Vorstenlanden vertrok uit het noorden van de stad, bij de haven, waar ook de spoorwegwerkplaatsen waren. Op de plaats van de renbaan lag ooit het fort Prins van Oranje, dat in de modder weggezakt was. West en oost van de stad waren kanalen aangelegd voor een snelle waterafvoer bij overstromingen, de bandjirkanalen. Op de plattegrond van Soerabaja blijkt niets terecht gekomen te zijn van de geplande stadsuitbreiding bij de haven. Wel is de havenuitleg zelf gerealiseerd, zowel ten westen als ten oosten van de Kali Mas, waar het Marine-etablissement uitgebreid is. Er zijn de nodige spoorlijnen aangelegd voor de ontsluiting van de Tandjoeng Perak haven. Het fort Prins Hendrik is ontmanteld, evenals de lunetten westelijk van de stad. Het Poststation in het centrum is van de Staatsspoorwegen, het station bij Tambakdoekoeh is van de NISM. Bij het station Goebeng sluiten de twee maatschappijen op elkaar aan. De visvijversignatuur is vervangen door een moerassignatuur, en in dat gebied is een nieuwe havenontwikkeling bij de Kali Anak. De petroleumraffinaderij bij Wonokromo valt net buiten beeld.
Op het landbouwkaartje van Java staan sawahs (bevloeide rijstvelden), djatibossen (teakhout), wildhoutbossen en klappers (cocosnoten) aangegeven.
Op de geologische kaart van Java staan nu ook delfstoffen aangegeven: olie (bij Tjepoe), jodium (Brantasdelta), zwavel (bij vulkanen in de Preanger), goud (Zuidwest-Preanger) en mangaan (Kedoe). Er zijn meer dan twintig werkende vulkanen op het eiland.