'
Editie: 1890, pagina 31
Kaart Zuidplaspolder: Bos geeft op de bladzijde van de inhoudsopgave van de atlas nog een nadere toelichting op de kaart en schema’s van de Zuidplaspolder:

‘De Zuidplaspolder (4355 HA.) is 1828-'39 drooggemalen. De bodem ligt gedeeltelijk 4.80, gedeeltelijk 5 M — AP. Het zomerpeil werd bepaald op 5.61 en 5.81 M. — AP. Langs den ringdijk is, behalve tusschen Moerkapclle en Waddingsveen, eene ringvaart gegraven. Het peil, waarop de plas vroeger werd gebonden (Zuidplaspeil), lag 1.53 M. — AP. Het water wordt nabij Kortenoord op den IJsel geloosd. De molens zijn ingericht om te kunnen malen tot op eene hoogte van den middelbaren vloed op den IJsel, d. i. 0.90 a 1.03 + AP.
Daar de Zuidplas vóór de droogmaking het water ontving van een molen van den Wollefoppenplas en ook de droogmakerijen van den Eendracht- en Tweemanspolder het recht hadden, het water van hunne ondermolens over den Zuidplas te brengen naar de bovenmolens aan de Rotte, was men niet vrij in de regeling der bemaling en moest een tusschenboezem worden gemaakt op de hoogte van het voormalig Zuidplaspeil.
Voor de bemaling zorgen 30 windmolens en 2 stoomgemalen.
Vier molens te Waddingsveen en vier aan den Kortenoord brengen het water ter hoogte van 2.14 M. op in twee afzonderlijke beneden-boezems, dus van 5.8l tot 3.67 M. — AP.
Vijf molens te Waddingsveen en vijf aan den Kortenoord brengen het water uit de benedenboezems in een gemeenschappelijkcn boezem, gevormd door de ringvaart, welker peil is 1.53 M.— AP.
(Later is een dezer vijf molens te Waddingsveen verplaatst als benedenmolen onder Nieuwerkerk a/d IJsel.
Zeven molens brengen het water uit de Ringvaart op een lagen bovenboezem, 1.28 M. boven t peil der Ringvaart, dus van l.53 op 0.25 M. — AP.
Vijf molens brengen het water van 0.25 — AP tot 1.03 M. + AP. in den hoogen boezem, van waar het door eene uitwateringsluis op den IJsel komt.
Al deze 12 molens staan nabij den Kortenoord.
De beide stoomgemalen werken geheel afgescheiden van de molenboezems en brengen tezamen het water uit den polder in den hoogen bovenboezem. Het benedenstoomgemaal brengt het van 5.81 tot 2.6l M. — AP in een tusschenboezcm, waaruit het door het bovenstoomgemaal wordt opgemalen tot in den hoogen bovenboezem. Deze tusschenboezem heeft door een duiker onder de Ringvaart door gemeenschap met het bovenstoomgemaal. Thans geschiedt de bemaling geheel door stoom.’

De hoogtekaart van Nederland is anders uitgevoerd; Bos zegt expliciet in het voorwoord, dat hij aan het werk van Anton Albert Beekman is ontleend: ‘Eene hoogtekaart, bewerkt naar die, welke voorkomt in den atlas van den heer A. A. Beekman, de eerste meer nauwkeurige hoogtekaart van ons land.’ Maar de Vaalserberg staat er nog niet op als het hoogste punt! In plaats van Rijnland is er nu een gedetailleerde waterstaatskaart van de Zuidplaspolder (XVI) opgenomen, die op twee plaatsen zijn water kwijt kon raken: via de molens ten noordwesten van Gouda op de Gouwe en, in vier trappen, via de molens bij Kortenoord op de IJssel.